Thuistezien 119 — 20.11.2020

Arundhati Roy & John Cusack
Things That Can & Cannot be Said

In de Vietnamoorlog liet defensie staatssecretaris Robert McNamara geen middel onbeproefd om het communisme terug te dringen. Toch vraagt hij zich aan het eind van zijn leven af: ‘How much evil must we do in order to do good.’ Na 9/11 dringt een soortgelijke vraag zich op. The war on terror heeft een prijs maar moet die ten koste gaan van vrijheid? Een weergave van overpeinzingen en gesprekken over (pers)vrijheid en surveillance zijn terug te lezen in een kleine Penguin pocket: ‘Things That Can & Cannot be Said’. Aanwezig bij West in het Alphabetum, de bibliotheek van de voormalige Amerikaanse ambassade in Den Haag.

Robert McNamara speelde in de jaren zestig een cruciale rol in de escalatie van de Vietnamoorlog. Aan de hand van ‘body count’ statistieken bleef hij volhouden dat de Amerikanen aan de winnende hand waren. In 1967 stelde de ‘Vietnam Study Task Force’ een onderzoeksrapport samen over het conflict. Uit de vertrouwelijke overheidsdocumenten bleek echter dat verschillende regeringen hadden gelogen over de mogelijkheid om de oorlog te winnen. Daniel Ellsberg maakte kopieen van de geheime ‘Pentagon Papers’ en lekte ze naar de pers, waaronder journalisten van The Washington Post. Bijna veertig jaar later haalde systeembeheerder Edward Snowden eenzelfde truukje uit. De klokkenluider openbaarde via kranten als The Washington Post en The Guardian geheime documenten van zijn werkgever, US National Security Organisation. De NSA bleek ver buiten het boekje te zijn gaan en bespioneerde digitale gedrag en telefoongesprekken van gewone Amerikanen. Bewijs van deze omstreden surveillance praktijken smokkelde Snowden uit het overheidsgebouw door de documenten op te slaan op SD kaarten en deze te verstoppen in zijn kleding.

De ‘twee levende symbolen van het Amerikaanse geweten’ ontmoeten elkaar in de winter van 2014. De zogenaamde ‘un-summit’ vindt plaats in Room 1001 van het Ritz-Carlton hotel in Moskou. Uit het boekje ‘Things That Can & Cannot be Said’ blijkt dat het geen gewoon interview is. Een beetje teleurstellend is echter dat ‘de grappen, de humor en snelle woordenwisselingen’ niet gereproduceerd mogen worden. Snowden zit in een onmogelijk positie, in ballingschap in Moskou waarbij hij moet onderhandelen over amnestie of proces in Amerika. Tegelijkertijd moet hij Vladimir Putin niet tegen de schenen schoppen. De supermachten hebben de ‘truth-teller’ Snowden in een positie waarbij hij extreem voorzichtig moet met de manier zijn waarop hij zijn bekendheid gebruikt.

In publieke uitingen heeft Snowden zich vaker uitgelaten over ‘sleepwalking into a total surveillance state’. Als we volgens Snowden niet oppassen ontstaat er een superstaat die geweld kan toepassen en alles weet ‘about the people it is targetting’, een zeer gevaarlijke combinatie. ‘That is the dark future’, het feit dat zij alles van ons weten en wij niets van hen. Maar Snowden gelooft dat er mogelijkheden zijn om het tij te keren. In het debat over Public Security en Mass Surveilleance is zijn positie echter niet rooskleurig. Zijn klokkenluiders Amerikaanse patriotten of Amerikaanse verraders? Ellsberg betreurt het lot van de ‘best people’ in Amerika die de gevangenis in moeten of in ballingschap leven. Los van wat er niet gezegd kan worden, de matrix van ‘realpolitik’ en klokkenluiders is verbijsterend.

Snowden heeft deze maand de Russische nationaliteit aangevraagd.
'Things that Can and Cannot Be Said: Essays and Conversations', Arundhati Roy, John Cusack, Penguin, 2016